U bent hier: Home / Hulppersonen georganiseerd sadistisch kindermisbruik

Hulppersonen georganiseerd sadistisch kindermisbruik

by J.L. de Kreek — last modified 11-03-2021 03:00

Hulppersonen van georganiseerd sadistisch kindermisbruik zijn te herkennen aan standpunten en beweringen over de Jeugdzorg als dat er altijd wel kritiek mogelijk is en dat het ook goed gaat. En dat scherp commentaar op de Jeugdzorg zoals dat het gelijk staat aan mensenhandel en sadistisch kindermisbruik beledigend is voor de Jeugdzorg en/of medewerkers. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Civiele Overheid zijn besmet met georganiseerde misdaad. Dit crime syndicaat binnen de Overheid rooft kinderen van ouders in het belang van de omzet van de ‘corporate tribe’ en bevrediging van perverse prikkels anderszins.

Middels moedwillig schenden van ambtsplichten en misbruik van macht gelegenheid en middelen en door collectief en individueel de aangifteplicht niet na te komen bewerkstelligen de deelnemers aan de georganiseerde ambtelijke misdaad dat de Jeugdzorg ongehinderd de misdrijven tegen de jeugd kan blijven plegen. Advocaten in Nederland die zich te kritisch opstellen in verband met Jeugdzorg gerelateerde zaken worden subiet aangevallen. En met hulp van de lokale Deken van de Orde van Advocaten het werken onmogelijk gemaakt in het belang van de continuering van de georganiseerde misdaad. Advocaat Nakad die thans tuchtrechtelijk de degens kruist met de Amsterdamse Deken omdat ze zegt wat gezegd dient te worden is niet de eerste die door een lokale Deken wordt verboden Jeugdzorg zaken te behandelen.

De database met tuchtrechtelijke zaken in de advocatuur laat zien dat de tuchtrechters in de advocatuur het niet zo nauw nemen met het recht. En zelfs niet in staat zijn het recht goed toe te passen. Zo is een advocaat verweten in het belang van cliënt te verdedigen dat cliënt was mishandeld door de wederpartij omdat het Openbaar Ministerie aangiftes ter zake had geseponeerd. Een sepot is geen bewijs van de afwezigheid van een mishandeling. Ook in de zaak Nakad blijkt de Amsterdamse Deken niet in staat het recht goed toe te passen.

Het verwijt van de Amsterdamse Deken over een wraking door Nakad omdat de rechtbank de wederpartij het woord had gegeven in verband met een verzoek van haar heeft geen juridische grondslag. De advocate verzocht om doorverwijzing naar een ander gerecht wegens betrokkenheid ex art 46b/62b RO. Daarbij is juridisch gezien het standpunt van de wederpartij niet van belang. Het gaat bij deze bepaling om het oordeel van het gerecht dat het gerecht is betrokken. Het gerecht dient dan in de spiegel te kijken. En niet naar de wederpartij. Bovendien heeft deze klacht niks te maken met Jeugdzorg omdat het verzoek in elke zaak kan worden gedaan.

Wat betreft de klachten van de Deken in verband met standpunten en beweringen over de Rechtspraak is het aan de Deken de advocate daarin te ondersteunen omdat de Rechtspraak nu eenmaal formeel en praktisch ketenpartner (juridisch gezien hulppersoon) is van de georganiseerde ambtelijke misdaad bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Raad voor de Kinderbescherming) en de Civiele Overheid (Jeugdzorg), door zijn aangifteplicht op grond van artikel 160 Sv (menschenroof) en 162 Sv na te komen. 3 maart 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam geoordeeld dat de Raad van de Orde van Advocaten te Amsterdam ongeoorloofd onderscheid maakt. Dit betekent dat de Orde van Advocaten zelf de Grondwet niet handhaaft. Terwijl advocaten bij en tijdens het afleggen van de advocateneed gehoorzaamheid aan de Grondwet beloven.

Share |

Permalinks